Verkeringstijd
In de reeks over de jeugd van mijn ouders zijn we nu bij hun verkeringstijd aanbeland. Helaas zijn daarvan geen foto’s overgeleverd. Dus heb ik maar een passend plaatje ingekleurd.
Nadat Bets van school af kwam, had ze diverse baantjes. Bekend is onder meer dat ze op de groentekar van Drikus de Bok stond en bij slager Dirk Brienen in Werkendam dienst deed. Ook ging ze bij enkele dames in de huishouding aan de slag.
Tenslotte werd ze dienstbode van mevrouw Van Baalen in het dorp Sleeuwijk. Dat betekende dat ze de hele week van huis was. Er wordt verteld dat ze van huis zijn wel leuk vond, omdat ze dan ook stiekem met jongens kon gaan. Zoals eerder vermeld was het met Kees Sanner dan uit en dan weer aan. Dus waren er soms ook andere vriendjes. Bijvoorbeeld visboer Kees Baggerman. Op een regenachtige dag stond ze met haar nieuwe regenjas dicht tegen de leren jas van de jongen aan. Dat leverde een aantal moeilijk te verwijderen vlekken in haar nieuwe jas op.
Dan was er ook nog een jongen wiens naam we maar onvermeld zullen laten. Zijn ouders verboden na een poosje de omgang met dat meisje van Den Dunnen omdat ze van te arme komaf was. Dus dan toch maar die Kees van ‘de Hang’ (zoals Hank in streektaal aangeduid werd).
Samen hadden ze ook veel plezier met andere opgroeiende jongeren. Met zus Adrie ging Bets in Gorcum winkelen. Kees bleef bij zijn zwager, die ook Kees heette. Toen ze de dames terug zagen komen, glipte Kees vlug door het raam naar buiten. “Nou,” zei de echtgenoot van Adrie, “jullie zijn wel erg lang weggebleven. Kees is al naar huis gegaan.”
Bets kneep hem wel. Maar even later ging de deurbel en daar stond haar vriend.
Met Pinksteren gingen ze eens naar Teteringen. Op de terugweg ontmoetten ze zus Sijke Sanner en haar partner Niek. Gezamenlijk gingen ze naar huize Sanner in Hank. Daar vroegen ze of er koffie was.
“Voor drie wel,” antwoordde moeder. En tot groot vermaak van Niek voegde ze er aan toe: “Maar voor Bets niet.” Er viel even een stilte. Toen glimlachte Knelia. “Maar ik denk dat Bets chocolademelk vast lekkerder vindt.”
Terwijl ze aan de warme drank zaten, kwam broer Nico binnen en vroeg: “Zeg Kees, is dit nu dat weduw-vrouwke van je?”
Vanwege de eerder vermelde aarzelingen over hun jonge leeftijd, had Kees thuis verteld dat hij nu ging met een weduwe met veel geld. Dat kwam goed van pas in het grote gezin. Want als zaterdags De Gruyter kwam met de boodschappen, lagen niet altijd de centen klaar. Moeder leende dan van Kees wat geld. Pas veel later werd duidelijk dat dit afkomstig was van Kees zijn gespaarde zakgeld.
Nichtje als penvriendin
De vorige keer schreef ik dat een tante een boekje open deed over de jeugd van mijn moeder. Ma liet echter ook zelf allerlei teksten na in haar plak- en dagboeken. Daarom kan ik het volgende vertellen bij de kaft van een jubileumboek:
Mijn moeder schrijft in haar dagboeken dat zij samen met haar nichtje Bets Boumans op een oude schoolfoto staat, die voorkomt op de omslag van een jubileumboek van de basisschool in Nieuwendijk. Het betreft het boek ‘Van Instituut tot regenboog’, over 150 jaar Christelijk onderwijs in Nieuwendijk (N.Br.), samengesteld door Jan Biesheuvel in 2001. Bets den Dunnen staat helemaal rechts op de middelste rij, naast hoofdonderwijzer ’Mesjeu Wisse’. Helemaal links staat trouwens Mesjeu Klop, de klasse-onderwijzer van mijn moeder. Het kan zijn dat het meisje naast mijn moeder de andere Bets is, maar dat weet ik niet zeker.
Ma Sanner schrijft in haar ‘memoires’ dat zij zich nog herinnert dat toen haar tante overleed, de kinderen op verschillende plaatsen werden ondergebracht. Tante Elisabeth den Dunnen overleed in 1929, op veertigjarige leeftijd. Zij liet een man achter, die volgens de verhalen een alcoholprobleem had en daarom niet voor het gezin kon zorgen. De kerk en het gemeentebestuur zorgden ervoor dat de kinderen ergens terecht konden. Dochtertje Bets kwam bij het gezin van oom Jan en tante Drika den Dunnen wonen, de ouders van mijn moeder Bets (Inschrijving Bevolkingsregister per 5-11-1929). Dat schijnt niet heel lang geduurd te hebben en daarna raakten ze elkaar uit het oog.
Later kregen Bets en Bets toch weer contact met elkaar. Bets Boumans trouwde met Siets Pool en verhuisde naar Zuid-Afrika. Vandaar schreven de nichten elkaar regelmatig lange brieven. Mevrouw Pool is nog één keer bij mijn moeder op bezoek geweest, toen zij in Nederland op vakantie was. Kort na het verschijnen van het genoemde jubileumboek overleed de heer Pool plotseling. Echtgenote Bets schreef daarover aan mijn moeder dat ze nu moest gaan verhuizen, omdat ze vanwege reuma niet meer alleen in hun grote huis kon blijven wonen. Hoe het mevrouw Pool verder is vergaan, weten we niet.
Betje en Naantje
Een gedicht dat een tante schreef ter gelegenheid van het veertigjarig huwelijk van mijn ouders in 1980 vormde eerder aanleiding om een stukje over de jeugd van mijn vader te schrijven. Tijd om nu eens wat over de jonge jaren van mijn moeder te vertellen.
Volgens de familieverhalen was Bets al een jaar oud toen ze op 5 januari 1919 in Werkendam werd geboren. Dat kwam omdat bij de aangifte op het gemeentehuis per abuis het geboortejaar 1918 werd ingevuld. Deze vergissing zou pas in 1940 recht zijn gezet, toen Bets en Kees in ondertrouw gingen.
Bij controle valt op dat er vooralsnog geen digitale versie van de geboorteakte te vinden is. Verder is op diverse plekken in het bevolkingsregister van vóór 1940 wel de juiste geboortedatum vermeld.
Als kind was Bets soms ook ondeugend en werd dan door haar moeder in een kast gestopt. Dat vond het meisje helemaal niet erg, ze at gewoon alle appels op.
Bets nam ook eens wat geld uit de portemonnee van haar moeder. Ze kocht daarmee bij winkelier Huib Cent een aantal vijgen. Dat bleef niet geheim en leverde thuis nog enkele oorvijgen op.
Of het van die appels of van die vijgen kwam, weten we niet, maar het is wel bekend dat Bets op zondag zo’n buikpijn had dat ze de kerk uit moest. Bij herhaling stopte moeder haar de hele dag in bed. Vanaf dat moment kreeg ze geen buikpijn meer in de kerk.
Blijkbaar was ze ook dol op melk, want haar moeder trof de melkkan heel vaak leeg aan. Dat werd niet erg op prijs gesteld, want ze konden zich slechts een paar keer per week een half litertje veroorloven.
Overigens schrijf ik telkens ‘Bets’, maar eigenlijk werd ze ‘Betje’ genoemd. Net zoals haar oudere zus Adrie ‘Naantje’ heette. Dit tot groot vermaak van latere nakomelingen. De zussen staan samen op onderstaande foto uit ongeveer 1929.
Onze roots
Wanneer je je hebt verdiept in je roots, wil je de resultaten daarvan vastleggen en zichtbaar maken. Ik doe dat onder meer bij Geneanet, waar de informatie is verwerkt in twee verschillende stambomen.
In die van de familie Sanner zijn ook de families Van Daalen (mijn oma van vaders kant), en Den Dunnen – Dekker (van moeders kant) ondergebracht.
Om de gegevens op http://www.geneanet.org/ te kunnen inzien, moet er wel eerst ingelogd worden.
De andere stamboom betreft de familie Bernouw-Jaarsveld, de familie van mijn echtgenote Ans Bernouw. Behalve bij Geneanet kun je het resultaat voor de familie Bernouw-Jaarsveld ook vinden via: https://www.genealogieonline.nl/stamboom-bernouw-jaarsveld/
Niet alle in de stambomen opgenomen informatie is openbaar toegankelijk. Met name die van nog levende personen is op grond van de privacywetgeving afgeschermd. Familieleden die graag een kijkje achter de schermen willen nemen, kunnen een ‘linkje’ aanvragen bij ondergetekende. Uiteraard kunnen ook onjuistheden en aanvullingen worden doorgegeven, via Geneanet of het emailadres: josan86@live.nl
Op deze schrijfsite geef ik regelmatig wat indrukken weer van wat ik zoal bij het genealogisch onderzoek tegenkom. Reacties daarop zijn van harte welkom. Helemaal onderaan deze bladzijde heb je daartoe een mogelijkheid.